De zin en onzin van goede voornemens

Ieder jaar besluiten honderdduizenden mensen om het nieuwe jaar te beginnen met een gezonde levensstijl en om te stoppen met allerhande slechte gewoontes.

Bijna even zovele mensen verzanden tussen half januari en maart weer in dezelfde oude gewoontes. Wat is dat toch met goede voornemens? Waarom doen we dat toch elk jaar weer en wat kun je doen om het dit jaar wel vol te houden?

Onhaalbaar ideaalbeeld

De meeste goede voornemens ontstaan uit een bepaalde ontevredenheid; ‘ik ben te dik’, ‘ik ben ongezond’, ‘ik zou verder moeten komen in het leven. Die ontevredenheid komt vaak voort uit verwachtingen die mensen creëren naar aanleiding van een ideaalbeeld. En dat ideaalbeeld komt weer voort uit vergelijkingen met anderen die mooier, dunner, succesvoller en/of rijker zijn. 

Kant-en-klaar falen

Waarschijnlijk heb je na het lezen van bovenstaand stukje al een beetje een idee waarom het zo vaak misgaat met die goede voornemens. Hoge verwachtingen en het gevoel te moeten voldoen aan een ideaal is bijna een soort kant-en-klaar recept om te falen.

Al die onhaalbare doelen demotiveren je vooral en geven je een slecht gevoel over jezelf wanneer je ze niet bereikt. Kies daarom dit jaar eens voor een andere aanpak!

Wat wil je nu eigenlijk echt?

Begin door jezelf eens af te vragen wat je nu écht wilt veranderen en waarom. Wat denk je dat het behalen van dat ene doel je brengt? Afvallen is bijvoorbeeld geen doel op zich. Waarom wil je afvallen? In welk opzicht maakt een slanker lichaam je gelukkiger? Misschien kom je wel tot de conclusie dat het niet het gewicht is waar je last van hebt, maar vooral de ongemakken die je ondervindt van het overgewicht. Op basis daarvan kun je je doel bijvoorbeeld bijstellen naar: ik wil weer zonder te hijgen een trap kunnen beklimmen. Dan wordt afvallen geen doel meer, maar een middel om het doel te bereiken. 

Maak het leuk en haalbaar

Verder is een doel een stuk makkelijker te bereiken wanneer je het zo leuk en makkelijk mogelijk maakt voor jezelf. Als je er nu twee minuten over doet om een trap te beklimmen, ga je niet binnen een week binnen 20 seconden fluitend bovenaan de trap staan. Begin daarom met elke dag 5 treden 3 keer op en af te gaan. Zet ondertussen een opzwepend muziekje op en beloon jezelf achteraf met iets leuks (niet iets lekkers) als het is gelukt. Wanneer je dit kunt zonder te hijgen, pak je er elke dag twee treden bij. Geef niet op als het een dagje mis ging. Iedereen heeft dagen dat je gewoon niet vooruit te branden bent. Maar laat het geen reden zijn om direct je goede voornemen volledig overboord te gooien. Ga gewoon de dag erop met frisse moed (of tegenzin) verder. Stel jezelf wel een streefdatum maar geen tijdslimiet om je doel te bereiken. Je zou het alleen maar als een mislukking ervaren wanneer je niet precies op die dag je doel bereikt hebt. 

Is het gelukt en kun je binnen 20 seconden zonder te hijgen de trap op lopen, ga dan eens op de weegschaal staan. Wedden dat je bent afgevallen!